Hoe bereken je de terugverdientijd van een investering | FocusOpBusiness

Hoe bereken je de terugverdientijd van een investering

Korte, directe uitleg: terugverdientijd (payback period) zegt hoe lang het duurt voordat een investering zichzelf terugbetaalt uit de netto kasstromen. Het is essentieel voor beslissingen: snel inzicht, laag rekentempo en makkelijk testbaar met concrete cijfers.

In dit artikel leggen we stap voor stap uit hoe je zowel de eenvoudige als de gedisconteerde terugverdientijd berekent, welke correcties je moet toepassen (belasting, afschrijving, restwaarde) en hoe je de berekening controleert in Excel of met handrekenvoorbeelden.

Stap 1: Verzamel alle noodzakelijke cijfers

Wat je minimaal nodig hebt: 1) initiële investering (I), 2) verwachte netto jaarlijkse kasstromen (CFt) per jaar, 3) tijdshorizon (n jaar), 4) gewenste discontovoet of kapitaalkosten (r). Noteer of kasstromen vóór of na belasting zijn; werk altijd met netto kasstromen (na belasting) voor betrouwbare payback.

Stap 2: Bereken jaarlijkse netto kasstromen (concreet en testbaar)

Formule: Netto kasstroom = operationele baten – operationele kosten – belasting + eventuele afschrijvingseffecten in cash (let op: afschrijving zelf is geen cash-uitgave maar verlaagt belasting). Voor test: maak een korte winst- en verliesrij per jaar en zet de nettocashflow apart. Voorbeeld: omzet 40.000, kosten 20.000, afschrijving 5.000, belasting 25% → winst voor belasting = 15.000; belasting = 3.750; netto winst = 11.250; voeg afschrijving terug bij kas = 11.250 + 5.000 = 16.250 netto kasstroom.

Stap 3: Eenvoudige terugverdientijd (formule en voorbeeld)

Definitie: aantal jaren totdat cumulatieve netto kasstromen = initiële investering. Formule (constant yearly cash flow): Terugverdientijd = Initiële investering / Jaarlijkse netto kasstroom.

Praktisch voorbeeld: I = €50.000, Jaarlijkse CF = €12.000 → Terugverdientijd = 50.000 / 12.000 = 4,17 jaar. Als kasstromen variëren: tel jaarlijks op totdat cumulatief ≥ I; als in jaar 4 cumulatief 46.000 en jaar 5 cumulatief 58.000 → exacte fractie = 4 + (50.000 − 46.000) / (58.000 − 46.000) = 4 + 4.000/12.000 = 4,33 jaar.

Stap 4: Gedisconteerde terugverdientijd (relevanter bij tijdswaarde van geld)

Waarom: simpele payback negeert rente of alternatieve kosten van kapitaal. Methode: discount elke kasstroom naar vandaag met factor 1/(1+r)^t en tel cumulatief totdat de som de initiële investering dekt.

Formule per jaar: Discounted CFt = CFt / (1 + r)^t. Cumulatief discounted = Σ Discounted CFt. Voorbeeld: I = €50.000, CF1–CF5 = 12.000 elk, r = 8%: Discounted CF1 = 12.000/1.08 = 11.111; cumulatief na 4 jaar ≈ 11.111+10.279+9.518+8.809 = 39.717. Na 5 jaar cum ≈ 48.534 < 50.000 → discounted payback > 5 jaar. Je moet dus langer wachten of r lager kiezen.

Stap 5: Rekening houden met belastingen, afschrijving en restwaarde

Checklist: 1) Gebruik kasstromen ná belastingen; 2) Afschrijving verlaagt belastbare winst maar is geen cash-uitgave -> voeg terug bij kasstroom; 3) Neem restwaarde of verkoopwaarde op in het jaar van vervreemding als positieve kasstroom; 4) Indien investering subsidies of investeringsaftrek ontvangt, verwerk die direct in jaar 0 of in relevante jaren.

Voorbeeldcorrectie: I = 50.000, jaar 5 verkooprestwaarde = 5.000 (na kosten) → tel 5.000 bij CF5 voordat je cumulatief of discounted cumulatief berekent.

Stap 6: Praktische Excel-implementatie (snel en testbaar)

Gebruik een tabel met jaartallen in kolom A, brutocashflow in B, discountfactor in C, discounted CF in D, cumulatief in E. Excel-formules: Discount factor jaar t: =1/(1+$B$1)^A2 (waar $B$1 = r); Discounted CF: =B2*C2; Cumulatief: =E1+D2. Gebruik =MATCH(TRUE,E2:E100>=$B$2,0) om het jaar te vinden waarin cumulatief ≥ investering (B2 bevat initiële investering). Voor NPV-check: =NPV(r,range_Cashflows)+(-Investment) en controleer dat NPV ≥ 0 als acceptatiecriterium.

Stap 7: Sensitiviteitsanalyse en testcases (maak beslissingen robuust)

Belangrijke tests: 1) varieer r ±2–5% en herbereken discounted payback; 2) maak optimistische/pessimistische kasstroomscenario’s (±10–30%) en vergelijk terugverdientijd; 3) voer break-even analyse uit: welke jaarlijkse CF is nodig om terugverdientijd ≤ doel (formule: CF_needed = Investment / gewenste_jaren). Documenteer aannames en draai scenario’s in Excel met Data Table of Goal Seek.

Stap 8: Veelgemaakte fouten en hoe ze te vermijden

Fouten: werken met bruto in plaats van nette kasstromen, negeren van restwaarde, vergeten discontovoet, verwarren van afschrijving met cash-uitgave. Vermijd deze door een vaste checklist te gebruiken voordat je een berekening accepteert: Controleer inputdata, controleer of kasstromen na belasting zijn, controleer of restwaarde is toegevoegd en voer een discounted berekening uit bij projecten >2 jaar.

Praktische testcases die je direct kunt uitvoeren

Test 1 (simpel): bereken eenvoudige payback voor I=30.000 en jaarlijkse CF=8.000 → 30.000/8.000=3,75 jaar. Test 2 (gedisconteerd): zelfde project met r=6% → bereken discounted CF per jaar en vind jaar waarin cumulatief ≥30.000. Test 3 (scenario): maak twee scenario’s +/−20% op CF en vergelijk terugverdientijden.

Laatste praktische tip / check die je direct toepast

Directe checklist: 1) Noteer I en alle CFt na belasting; 2) bereken eenvoudige payback en daarna gedisconteerde payback met je kapitaalkost (r); 3) voeg restwaarde en subsidies toe; 4) voer één sensi-scenario (+/−20% CF) en één r-scenario (+/−2%) uit. Als beide berekeningen (simpel en discounted) binnen jouw acceptabele termijn vallen en scenario’s robuust zijn, maak je vervolgactie: offerte aanvragen of pilot starten.